Opgesloten in de lift?
Hisselektronik ontwikkelt en vervaardigt elektronische componenten voor liften, met als belangrijkste producten lifttelefoons voor het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN) en het draadloze GSM netwerk. Daarnaast bieden wij een uitgebreid gamma andere liftcomponenten: verdiepingsdisplays, spraakmelders, noodverlichting, GSM alarmzenders, enz
Wat is EN81-28? EN81-28 is een uitbreiding van de Europese Richtlijn EN81. In 2003 werd de EN81-28 in Nederland en België als nationale norm aangenomen. EN81-28 is van toepassing op alle nieuwe liften.
Waarom deze uitbreiding van EN81? • Het bleek dat een herziening van de veiligheidsregels van EN81 voor het vervaardigen en aanbrengen van liften en hun veiligheidscomponenten, vooral op het gebied van de alarmapparatuur in de lift, zich opdrong. • Zowel de constructie als het design van de meeste zogenaamde “lifttelefoons” was ongeschikt voor gebruik in liften. • Veel lifttelefoons bleken onbruikbaar in geval van nood. • De behoeften van mindervalide personen en personen met een verminderde mobiliteit moesten geïntegreerd worden.
Wat betekent dit voor ons? Welke paragrafen zijn van toepassing voor ons? §4.1.6 Identifi catie • De norm vereist dat het telebewakingscentrum de exacte plaats van de lift moet kunnen bepalen en documenteren, zelfs als de opgesloten persoon een andere taal spreekt dan de telefoonoperator of als de microfoon of de luidspreker defect is.
§4.2.1 Automatische zelftest alle 3 dagen Volgens EN 81-28 moet de liftuitbater alle 3 dagen controleren of de telefoon in de lift werkt. Met andere woorden: storingen en defecten moeten dus zo snel mogelijk opgespoord kunnen worden. Vroeger werd de werking van de lifttelefoon en de telefoonkabel tijdens ieder onderhoudsbezoek getest. De lifttelefoon kon dus gedurende een langere periode buiten werking zijn, zonder dat iemand het merkte.
Actief alarm/Einde alarm • Er moeten middelen voorzien worden, waarmee het alarmsysteem de alarmcentrale kan meedelen, dat de noodoproep (het actieve alarm) behandeld werd en alle gebruikers uit de cabine geëvacueerd zijn. Het “einde alarm” signaal mag alleen door die installatie geactiveerd worden, die de noodoproep uitgezonden heeft. De voorziening “einde alarm” moet zich buiten het bereik van onbevoegden bevinden; alleen de lifttechnicus mag dus het “einde alarm” signaal activeren. Tevens moet het mogelijk zijn het “einde alarm“ signaal op afstand te resetten, bijvoorbeeld door naar de lifttelefoon te bellen. • Dankzij deze procedure is het telebewakingscentrum verzekerd van de aanwezigheid van een lifttechnicus ter plaatse (terugmelding).